16/05/2024

Doornappel, pas op voor dit giftige onkruid

Doornappel, ook bekend als datura, duivelskruid, dolappel, mollenkruid, enz., is een onkruid uit de familie van de Solanaceae. Dit onkruid is steeds vaker aanwezig op onze velden, vooral in voorjaarsgewassen: maïs, aardappelen, bieten, groenten en grasland. Zoals alle onkruiden gaat doornappel in concurrentie met andere gewassen voor licht, voedingsstoffen, water, enz. Maar deze plant is vooral problematisch vanwege zijn acute toxiciteit voor mensen en vee. Doornappel bevat alkaloïden, met name scopolamine en atropine, in alle delen van de plant, die verwarring, hallucinaties, hartproblemen en zelfs de dood kunnen veroorzaken.

Hoe herken je het?

Doornappel is een eenjarige kruidachtige plant die tussen 30 en 200 cm hoog wordt. Hij wordt gekenmerkt door zijn grote, donkergroene bladeren met gekartelde randen, zijn lange, solitaire, trompetvormige witte bloemen en zijn onaangename geur wanneer hij gekneusd wordt. Doornappel groeit van de lente tot de late zomer en bloeit van juni tot oktober. Dit onkruid plant zich voort door middel van zaden, die ontwikkelen in stekelige zaaddozen. Eén plant kan tot 40 zaaddozen dragen, die elk enkele honderden zaden bevatten die meer dan 40 jaar in de bodem overleven.

                                         Bron foto: Boerenbond

Regelgeving

Op Europees niveau is er een wettelijke maximumwaarde vastgelegd voor tropaanalkaloïden in voedingsmiddelen. Als doornappel niet van het veld wordt verwijderd, zal het zich tijdens de oogst vermengen met de gewassen en ruwvoeders. Dit heeft dramatische gevolgen, omdat alle delen van de plant giftig zijn.

Bestrijding van doornappel is verplicht onder de Integrated Pest Management (IPM) regelgeving en de Vegaplan Standaard. Een overschrijding van meer dan 10 planten/ha met zaadproductie is een non-conformiteit van niveau 2. In Vlaanderen zal dit vanaf 2026 verhoogd worden naar niveau 1. Bovendien moeten landbouwers de nodige maatregelen nemen om de aanwezigheid van zaden van doornappel in de productie van granen en ruwvoeders te beperken tot een maximum van 1000 mg per kilo product. Als er daturazaden aanwezig zijn, moet de landbouwer de afnemer hiervan op de hoogte brengen.

Hoe bestrijd je doornappel ?

Het belangrijkste is om te voorkomen dat je doornappel op je percelen introduceert, door voorzorgsmaatregelen te nemen zoals het reinigen van machines en gereedschap tussen percelen. Als doornappel op een perceel aanwezig is, moet het zo snel mogelijk worden bestreden met chemische middelen en/of handmatig uitgetrokken worden. Tijdens het manueel uittrekken dient de uitvoerder beschermende handschoenen te dragen.

De plant kan duizenden hitteresistente zaden produceren, die kunnen afrijpen nadat de plant werd uitgetrokken. De enige twee manieren om de plant te vernietigen en de afbraak van de zaden en de alkaloïden te garanderen, is om de biomassa te begraven op het veld op een diepte van minstens 1 m of door de biomassa te verbranden bij temperaturen boven de 1000°C. Dit laatste kan enkel gegarandeerd worden in een afvalverbrandingsoven en veronderstelt dus de afvoer via restafval of andere afvalstroom met het oog op verbranding.

Andere methoden zoals biovergisting, compostering, inundatie of verbranding op het veld bieden niet de nodige condities om tot een volledige afbraak van de zaden te komen en kunnen dus aanleiding geven tot een verdere verspreiding van het probleem.